Hij zit en staart voor zich uit. Dit is het beeld van vele mannen en vrouwen die we hier in Bosnië ontmoeten.
Vandaag stop ik even bij het bankje waarop hij zit en vraag zijn naam: Azizi. Hij vertelt dat hij hier samen met zijn broer Rumahan is. We hebben een kort praatje en ik nodig hem uit om in de keuken iets te eten klaar te maken als hij dit wil. Dit korte gesprekje maakte dat Azizi de volgende dag even bij de keuken langskwam. Iets koken hoeft niet, maar ik zie dat hij behoefte heeft aan een praatje. Samen gaan we op het bankje zitten en hij begint te vertellen.
Hij mist zijn vrouw en vijf kinderen die nog in Afghanistan zijn. Trots laat hij foto’s van hen zien. Als politieofficier hield hij zich bezig met het verzamelen van informatie over de Taliban. Toen die in 2021 een grote opmars maakten in Afghanistan werd hij gedwongen om mee te strijden tegen de Taliban. Dit hielden ze tien dagen vol. Een bevriende collega is in deze strijd omgekomen. Opeens zag zijn leven er heel anders uit, want omdat hij vijand was van de Taliban was hij zijn lever plotseling niet meer zeker. En hij had wel een gezin om voor te zorgen.
Bulgarije: ze zitten 18 dagen vast, ze krijgen nauwelijks te eten en recht van spreken is er al helemaal niet.
Dit doet hem besluiten om zijn land te verlaten en zijn gezin achter te laten. Hij vertrekt samen met zijn broertje, die toen 15 jaar. Ze vluchten naar Iran, verblijven daar een aantal maanden, en vluchten dan verder naar Turkije. Daar steken ze de grens over naar Bulgarije, waar ze opgepakt worden door de politie en in een gesloten kamp worden gezet. Hier zitten ze 18 dagen vast, ze krijgen nauwelijks te eten en recht van spreken is er al helemaal niet. Ze moeten door, ze lopen en verblijven vijf dagen en nachten in de bossen op het grensgebied van Bulgarije en Servië in kou, regen en zonneschijn. Na Servië steken ze de rivier over om Bosnië te bereiken. Dit is de plek waar ik Azizi hier in Usivak (=familiekamp) ontmoet.
De reis en zorgen staan getekend in zijn gezicht. Maar de reis is nog niet voorbij, opnieuw moet er een plan gemaakt worden om verder te trekken. Ze zijn afhankelijk van een smokkelaar. Er moet €1500 per persoon worden betaald om met de taxi naar de grens met Kroatië te komen, deze lopend door de bossen over te steken en vandaar met de trein verder te reizen naar Slovenië. Met gevaar voor eigen leven en zonder enige garantie, want het gebeurt dagelijks dat mensen door de politie teruggestuurd worden. Soms gebeurt dit best vriendelijk, maar de verhalen van geweld zijn er ook. Wat zijn eindbestemming zal zijn weet hij nog niet, zijn gedachten hierover staan niet stil en hij probeert vanuit verschillende connecties te achterhalen waar hij het beste heen kan gaan. Want zijn grootste verlangen is om zo snel mogelijk herenigd te worden met zijn gezin, ze weer dicht tegen zich aan te houden en voor ze te kunnen zorgen. Een lach verschijnt op zijn gezicht!
Comentários