Door Theresa, CRR-longtermer in het team van Eurorelief:
We hebben bijna wekelijks new arrivals. Het wordt mooier weer waardoor de overtocht van Turkije naar Lesbos makkelijker is. Tegenwoordig komen zij aan in een politiebus zonder ramen, het lijken net gevangenen.
Ook Abah, een vrouw van in de 40 met een gebroken been. Normaal wijzen we de new arrivals een tent of room in een rubbhall aan en ´housen´ we hen. Omdat Abah niet kan lopen mag ze kiezen waar ze wil wonen. Zonder haar schoonzus Chancelvi of met haar schoonzus maar dan moet Chancelvi op de grond slapen omdat we geen kamer over hebben voor twee mensen, we hebben amper plek in het kamp. Ze kiest om met haar schoonzus in rubbhall 19C te wonen. Ik heb Abah met een bus naar de groene zone gereden. Ik schaam me gewoon dat ik deze mensen die net aankomen de rubbhall en hun kamer moet laten zien. Enorm veel herrie, geen matras, mensen die je totaal niet kent, de geur van allerlei verschillende soorten eten, een man die vraagt wat we hier komen doen en dat alles terwijl ik Abah ondersteun om de kamer in te gaan. De kamer is gesplitst in drie delen want er wonen al zeven vrouwen. Ik leg haar op het achterste bed neer en geef haar een slaapzak en een deken. Het deken moet ze gebruiken als matras, gelukkig ligt er wel een houtenplank op het bed zodat je de spijlen niet voelt.
Ondertussen staan er veel mensen in de deuropening en vragen waarom er nog iemand in de kamer komt wonen. Het is al zo vol, ik ben het helemaal met hen eens. Allemaal zitten ze verslagen op een bed. Dit was de dag dat ze intrek namen in een van de grootste vluchtelingenkampen van Europa.
Aan het einde van mijn shift loop ik door de blauwe zone wat er moesten nog een paar tenten gecheckt worden voor de new arrivals van morgen. Ik komt bij tent 1308 aan. ´Shalaam, EuroRelief.´ Ik hoor iemand huilen, buk om de tent in te gaan en tref een moeder met drie kinderen aan. Ik vraag aan het 10-jarige jongetje om te vertellen wat er aan de hand is. Hij vertelt mij dat een andere vrijwilliger net langs is geweest om te melden dat ze uit de familie uit de tent moet omdat ze illegaal in het kamp wonen. Hij weet niet wat ze moeten doen, zegt in het half Engels en Farzi dat ze geen geld hebben en geen idee hebben van waar ze heen moeten. Hij smeekt mij om hen te helpen maar ik kan niets voor hem doen dan alleen te beloven dat ze vannacht in de tent kunnen blijven slapen.
En Abah? Bijna elke dag zoek ik haar op om te kijken hoe het met haar gaat. ‘Abah, how are you? Good, you?’ Gelijk ook het enigste Engels wat ze spreekt.
Comments